![]() Donnie herkende meteen de heerlijke geur van het notenstoofpotje van mevrouw eekhoorn. Hij wist zeker dat mevrouw eekhoorn hem niet zwak zou vinden, dus hij besloot dat het notenstoofpotje het ‘veiligst’ was om een hapje van te nemen… of twee hapjes… of drie… Vooraleer hij het wist had hij de pot helemaal leeg gelikt. Hij viel voldaan in slaap. En toen hij de volgende ochtend naar zijn vacht keek, meende hij hier en daar een lichtgrijze glans te zien. De volgende dagen at Donnie elke avond een vers bereid stoofpotje van mevrouw eekhoorn. Hij waagde het ook om het zachte graskussen dat meneer wezel had gebracht, onder de struik te trekken zodat zijn kop zachter kon liggen. Hij zag meneer Wezel glimlachen toen hij dat zag… “Oef” zei meneer Wezel, “EINDELIJK kan ik eens iets terug doen voor jou!’. Donnie besloot ook om beter voor zichzelf te zorgen: hij kamde elke avond zijn vacht tot ze glansde en elke dag deed hij een middagdutje in de zon. Dag na dag voelde Donnie zich een beetje sterker worden en elke ochtend voelde hij zich weer een beetje meer zebra: zijn strepen werden zwarter en zwarter. De tiende ochtend besloot Donnie om onder zijn struik vandaan te komen en weer vrij door het bos te wandelen. “Fijn dat je weer de oude bent”, zei mevrouw Haas die haastig voorbij kwam. “De oude?” dacht Donnie, “ik ben eerder nieuw!”. Vanaf die dag liep er inderdaad een ‘nieuwe Donnie’ door het bos. Donnie deelde zijn strepen nog steeds rijkelijk uit, want daar was hij nu eenmaal goed in! Maar Donnie was eerder een beetje te zwart dan te wit, omdat hij vanaf toen altijd wat ‘reserve-strepen’ liet groeien, zodat hij er zelf genoeg overhield als hij er een paar weggaf. En de nieuwe Donnie had de balans opgemaakt: het had hem pijn gedaan dat sommige dieren er niet voor hem waren geweest, terwijl hij zoveel voor hen had gedaan…hij besloot meer op zijn strepen te staan en ze vaker te ruilen voor iets anders (bijvoorbeeld lekkere stoofpotjes) in plaats van ze zomaar weg te geven. En de andere dieren waren nog blij ook dat ze EINDELIJK iets voor Donnie terug konden doen. Zowel Donnie als de ander dieren konden iets geven en iets ontvangen en dat was zoals het hoorde te zijn in het vriendschappelijke bos! Aan de slag met dit verhaal: - Bij wie uit jouw omgeving voel jij je veilig? Wie zou er (meer) zorg mogen dragen voor jou? - Hoe draag jij nu zorg voor jezelf? Wat zou je nog meer kunnen doen om zorg te dragen voor je lichaam en voor je mentale welzijn? Formuleer een goed voornemen op dit vlak. - In welke relaties in je leven ervaar je een onevenwicht (vb jij investeert veel in de relatie maar de ander niet/minder). Hoe zou een meer evenwichtige relatie eruit zien? De volgende ochtend werd Donnie al vroeg wakker. Nog wat rillerig en met wazige ogen keek hij tussen de takken van de struik, waar hij nog steeds onder lag, door. Hij zag ogen in verschillende groottes die bezorgd naar hem keken. “Wat is er aan de hand, Donnie?’, “Kunnen we je helpen?”.
Donnies hart klopte in zijn keel, in paniek stuurde hij iedereen weg met de boodschap “dat hij gewoon een beetje ziekjes was en dat het morgen wel beter zou gaan”. “Wat moet ik hier mee?” vroeg hij zich af. “Wat als iedereen ziet dat ik eigenlijk niet zo sterk ben? Wat als ze zien dat ik geen strepen meer heb om te geven? Gaan ze mij dan nog wel graag zien?” Hij besloot dat ze hem beslist niet zo wit mochten zien…. dus ook de volgende dagen wimpelde hij alle geboden hulp af. Elke ochtend keek hij hoopvol naar zijn vacht… maar telkens moest hij vaststellen dat hij nog steeds witter was dan wit. Tijdens de vierde nacht die Donnie eenzaam onder zijn struik doorbracht, werd het geknaag in zijn maag bijna ondraaglijk. Hij stak voorzichtig zijn neus uit de struik en… wat rook het heerlijk. Hij keek voorzichtig tussen een paar blaadjes door en zag dat de struik omringd was met zijn lievelingsgerechten. De andere dieren uit het bos moesten die de voorbije dagen gebracht hebben. Hij twijfelde… ‘was het niet zwak om toe te geven dat hij honger had?” “Was hij niet diegene die voor de anderen moest zorgen in plaats van omgekeerd?”… allemaal gedachten die door zijn kop spookten… Maar het rook zoooo lekker!... Aan de slag met dit verhaal: - Welke ideeën/overtuigingen belemmeren jou om hulp van anderen te aanvaarden? (vbn: "wat je zelf doet, doe je beter", "ik moet sterk zijn", "anderen zijn niet te vertrouwen",...) - maak een lijstje. - Zelfobservatie: Zijn er momenten waarop anderen jou hulp aanbieden en jij dit 'afwimpelt' (terwijl je eigenlijk stiekem wel heel graag op het aanbod zou ingaan)? Probeer eens 1 keer om de hulp toch aan te nemen (doe dit bij iemand waarbij je je veilig voelt). Wat doet dit met jou? En met de ander? ![]() Zebra Donnie stond aan de rand van de rivier, die het bos van de wijde wereld scheidde. De oranje zon ging langzaam onder en alle dieren in het bos zochten een slaapplaats voor de nacht. Hij keek naar zijn spiegelbeeld in het water en schrok van de witte schim die hem met grote ogen aankeek. “Ben ik dat?”, vroeg hij zich vol ongeloof af. Hij keek nog eens en nog eens, maar hoe hard hij ook zijn best deed om een zwarte streep te vinden, hij vond er geen. ‘Ik ben helemaal wit!’, snikte hij. “Dat kan toch niet!”. Donnie ging rillend onder een dichte struik liggen. Hij rolde zich op tot een bolletje en verstopte zijn neus onder zijn voorpoot. Zijn kop draaide op volle toeren. Hij voelde zich al een tijdje minder goed, maar dit had hij niet verwacht. “Hoe kan het dat ik geen strepen meer heb?”. In gedachten keerde hij terug naar een stormachtige avond enkele weken geleden. Hij had gegil gehoord in het bos en toen hij ging kijken, zag hij dat het nest van de familie zwaluw bijna weggeblazen werd door de wind. Donnie sprong ter hulp en gebruikte twee van zijn strepen om het zwaluwnest stevig aan de boom vast te binden. Meneer en mevrouw zwaluw wilden hem graag bedanken, maar hij had geroepen: “Dat is niet nodig hoor, ik help graag!”
Hij dacht aan mevrouw stokstaart, die een zebrastreep had gebruikt om haar pootje te verbinden, nadat ze op een scherpe steen was gestapt. En aan Fred de vogelspin die een web had geweven van zebrastrepen, omdat hij te moe was om zelf spinsels te maken. Hij dacht aan het zebrastrepen-windscherm dat hij samen met de familie rups had gemaakt, zodat ze beschermd werden tegen rondvliegende bladeren. En aan de zebrastreep-hoofdband van Rachel de cheeta, de streep-touwladder naar het hol van de eekhoorns, de nieuwe zebrastreep-wasdraad voor de neushoornfamilie, en…
Donnie zuchtte diep. In het hele bos waren zebrastrepen te zien. Al wie hulp nodig had of in nood was, wist dat hij altijd bij Donnie terecht kon voor een kleine of grote streep. Donnie was er best wel fier op. “Ik hou ervan om anderen te helpen of te verzorgen, ik ben nu eenmaal een gever”, zei hij altijd met een grote lach. Hij kon zich niet voorstellen dat hij het anders zou doen. Zijn hele leven stond in het teken van anderen, het gaf hem zo een heerlijk gevoel om iets voor een ander dier in het bos te kunnen doen. Maar nu was hij misschien wel te ver gegaan… hij voelde zich moe, lusteloos en leeg. En vooral, zonder strepen was hij geen zebra meer! Net datgene dat een zebra een échte zebra maakt had hij niet meer. Hij had een belangrijk stuk van zichzelf weggegeven. Zachtjes snikkend viel hij uiteindelijk toch in slaap. Aan de slag met dit verhaal: - Maak de balans op van jouw strepen: Hoeveel heb je er nog? Ben je (nog) gestreept of ook wit zoals Donnie? - Aan wie geef jij je strepen weg? Observeer dit gedurende een week. |
AuteurCindy Celis Archieven
February 2022
Categorieën
All
|